Ik woon al tien jaar in het centrum van Brussel.
De helft daarvan met m’n vriendin in een appartement op het Sint-Goriksplein. Drie jaar geleden werd ik papa. En net als meer en meer ouders breng ik mijn dochter elke dag met de fiets naar school. Mijn dochter die heeft ook een fiets. Een stapfiets. Hier je lui ai promis qu’après les vacances d’été, elle pourrait aller à l’école avec son propre vélo. Elle était ravie! Ze keek me aan, het hoge stemmetje en de pretoogjes moeten jullie er zelf bij inbeelden: “Niet bij papa op de fiets? Mijn fiets papa?”. Ze was dolenthousiast.
Dat deed mij terugdenken aan mijn eigen jeugd. Dan zie ik mezelf als 7-8 jarig manneke op de groentemarkt van Oostende, de woensdagnamiddag, shotten met mijn vrienden. Mijn ouders waren daar niet bij. Die waren aan het werk. Wij hadden een appartement met een klein koertje. De straten in het centrum van Oostende waren dus mijn “tuin”, mijn “park”. Die momenten. Het ravotten in de stad, om boodschappen gaan,… dat zijn herinneringen die blijven hangen. Meer nog, ik ben ervan overtuigd dat die momenten mij als persoon gevormd hebben. Daar leerde ik mijn eigen mogelijkheden kennen, leerde ik voor mezelf en mijn vrienden zorgen.
C’est de ça que je rêve pour ma fille. Haar zelf laten fietsen naar school is een eerste stap. Ik wil dat alle kinderen te voet, met hun fiets of step, in alle veiligheid naar hun school, speelplein, de winkel of een park twee straten verder. Qu’ils peuvent se déplacer librement et en sécurité dans leurs quartiers. Dat ze hun stad en zichzelf kunnen ontdekken.
Wij willen van Brussel een gezonde stad maken. Een gezonde stad, dat is een stad op kindermaat, dat is een groene stad en een propere stad.
Une ville amie des enfants, c’est possible.
We maken van Brussel een stad op kindermaat door een mobiliteitsplan uit te voeren, naar het voorbeeld van Gent. En ik ben heel blij dat de man die dat in Gent gerealiseerd heeft er vandaag kon bijzijn, bedankt Filip.
Een mobiliteitsplan met ambitie. In onze gezonde stad zullen meer dan de helft van de verplaatsingen te voet of met de fiets gebeuren. We draaien de logica om: we laten enkel auto’s toe in straten waar voetgangers en fietsers zich veilig en comfortabel kunnen verplaatsen. We investeren elk jaar 9 miljoen euro in fietsinfrastructuur en verkeersveiligheid. Ce ne seront ni des pistes cyclables suggérées, ni des pistes imaginaires, mais 9 millions d’euros par an seront investis dans les infrastructures cyclistes et la sécurité routière. Het openbaar vervoer moet stukken beter. Daarom gaan we een partnerschap aan met de MIVB en de NMBS om de frequentie, capaciteit en kwaliteit van het openbaar vervoer te verhogen. We willen namelijk het aantal nachtbussen en de frequentie van de S-lijnen verhogen.
Zo creëren we een stad op kindermaat. In die stad moet ge u geen zorgen meer maken over de luchtkwaliteit en gaan ouders en kinderen op vrijdag eindelijk weer ietsje langer kunnen slapen.
Onze stad op kindermaat is toegankelijk voor iedereen.
Voor jong en oud, voor mobiele en minder mobiele Brusselaars en bezoekers. In onze stad kan iedereen zich in alle veiligheid van hun voordeur tot aan de schoolpoort, werkplek, winkel, metro-of treinstation verplaatsen. Op afgescheiden fietspaden, een fietsstraat of op brede voetpaden. In onze gezonde stad organiseren we het schoolvervoer voor kinderen, met fietsrijen of een ecologische schoolbus. Brusselaars die slecht te been zijn, kunnen er beroep doen op een ecologisch vervoerdienst om naar de winkel te gaan, een doktersbezoek of om op bezoek te gaan bij vrienden en familie. Onze gezonde stad zal een mobiele stad zijn voor jong en oud.
Een gezonde stad, dat is een groene stad.
Une ville verte. C’est possible. Créer un nouveau parc, sera compliqué, mais nous allons verduriser intensément la Ville. Brussel telt bijna meer parkeerplaatsen dan inwoners. In onze gezonde Stad zetten we de bewoners op de eerste plaats. We maken hun stad groener en planten daarvoor 2.000 bomen. Elke wijk zal zijn voetgangerszone of straten creëren. We leggen speelpleintjes aan in alle buurten. In onze gezonde stad kan je flaneren in je wijk. Johan Verminnen zong het passend: ik ga op vakantie in mijn straat. Dat is het gevoel dat je moet krijgen als je ‘s morgens de deur achter je sluit of ‘s avonds terug in je wijk aankomt. Ben je wat slechter te been, kan je even uitrusten op een bank op weg naar de winkel. Met de fiets, kan je je fiets veilig sluiten op een van de 4.000 fietsparkeerplaatsen en moet je geen verkeerspaal zoeken, die dan nog vaak al ingenomen is. Die speelpleintjes zijn er ook voor de allerkleinsten. Die hoeven niet te wachten tot ze 2 zijn om op de ladder naar de glijbaan te klauteren zonder hulp van hun ouders.
Een gezonde stad, dat is een propere stad.
Une ville zéro déchet, c’est possible. We maken Brussel proper door het afval te verzamelen in containers onder de grond. Afval moet in de vuilbak. “Merci de jeter vos dechets dans la poubelle”. En toch smijten we ons vuilnis twee keer per week op straat. In onze propere stad gaat dat afval onder de grond. Geen “dépot clandestin” meer. De cel sluikstorten verdriedubbelen we naar 18 man om sluikstorten definitief een halt toe te roepen. Met statiegeld verminderen we de afvalberg en tot slot gaan we nog een stap verder en we richten, in samenwerking met het Gewest, een nieuwe dienst “Circulair” op die als opdracht heeft van het Brusselse afval, nieuwe grondstoffen te maken. Pour commencer, nous exigerons le zero-déchet pour tous les évenements sur notre territoire: Bruxelles les Bains, Brussels Summer Festival, les centaines de petites événements culturels, marchés, brocantes, braderies seront zéro déchet.
Wij zijn zelfzeker en vastberaden dat we van Brussel een gezonde stad kunnen maken. Une ville amies des enfants, plus verte et zéro déchet, c’est possible!