Eind augustus werd er met veel bombarie een zogenaamd “pocket park” geopend vlak aan het Muntplein. Ik heb het Pocket Park bezocht. Het is een goede zaak dat een stadskanker wordt aangepakt, maar van een “pocket park” stellen de mensen zich toch iets anders voor. Er werden wat kiezelsteentjes gelegd en drie bloembakken geplaatst. Ik hoor zeggen dat het park nog niet volledig is aangelegd, maar het werd toch al geopend.
M. El Ktibi, échevin.- Vous avez peut-être raison, mais cela me semble être une excellente initiative, et nous en lancerons d’autres du même type. Elle répond aux demandes des citoyens et des pouvoirs publics ; elle permet de lutter contre les chancres urbains, de verduriser des zones où le béton domine. Nous envisageons même d’y placer du mobilier urbain, mais en concertation avec les riverains. La date de l’inauguration n’est pas encore fixée et, d’ici là, d’autres éléments viendront compléter le projet. La convention stipule que la Communauté flamande soutient financièrement ce projet à hauteur de 6.000 €, ce qui nous permettra de rendre ce lieu convivial.
De heer Dhondt.- Mijnheer de burgemeester, ik begrijp dat de inrichting van het park nog niet volledig af is. Ik herhaal dat onze fractie voorstander is van het aanleggen pocket parken. Er is immers nood aan meer groen in de stad en zeker naast de grijze zee die het Muntplein is, maar dit gelijkt in de verste verten nog niet op een park. Ik onthoud uit het antwoord van de schepen dat er alvast nog groen zal bijkomen.
Dat niet zomaar van start wordt gegaan met het “pocket park” is wel strijdig met de persberichten. We verheugen ons over het project dat zal worden opgestart. Ik zal zeker komen kijken naar de opening en ik hoop dat die niet te lang zal uitblijven. Begrijp ik het goed dat er ook door de Vlaamse Gemeenschap geld op de tafel zal worden gelegd?
M. El Ktibi, échevin.- Tout le monde sera invité le cas échéant à l’inauguration et toutes les propositions seront les bienvenues.
De heer Smet.- Mijnheer de burgemeester, nog een kleine aanvulling in mijn hoedanigheid van Vlaams minister bevoegd voor Brussel en onderwijs. Het betrokken terrein is eigendom van de Vlaamse Gemeenschap. Het heeft er inderdaad veel te lang slecht bijgelegen. Daarom ben ik samen met minister Schauvliege naar het stadsbestuur getrokken. De schepenen El Ktibi en Ampe waren bijzonder enthousiast om daar iets te realiseren teneinde die stadskanker weg te werken. Dat is nu gebeurd.
Dit zal nu verder ontwikkeld worden, samen met scholen die daar in samenwerking met anderen projecten zullen organiseren. Dit is slechts het begin van een project dat verder moet uitgroeien, maar het leek ons nuttig dat die lelijke stadskanker verdwenen zou zijn wanneer er op het Muntplein een mooie, nieuwe open belevingsbibliotheek zal komen. In de toekomst zal al de rest volgen. De Vlaamse Gemeenschap betaalt dat inderdaad, omdat ze van oordeel is dat ze die verantwoordelijkheid op zich moet nemen.
We zijn echter uiterst tevreden met de samenwerking die de stad Brussel ons biedt.